dinsdag 18 augustus 2015

Windverklikkers


Waar komt de wind vandaan. Als zeiler wil je dat graag weten. Hiermee kun je het zeil de optimale stand geven t.o.v. de wind. Om precies te zijn de schijnbare wind. De ware wind plus de bootsnelheid (geeft ook wind) zorgt uiteindelijk voor een resultante: de schijnbare wind. En dat geeft je vaantje boven op de mast ook aan. De 112 op de foto heeft een bijzondere constructie, een windvaan boven op de gaffel. In Italie vaart niemand met een windvaan, wel met draadjes wol in de beide wanten. Wat ook wel gebeurt is dat onderaan de mast twee windvanen dwars op de mast worden gemonteerd. 1 voor bakboord en 1 voor stuurboord. Hans Reyers vaart altijd zo, maar persoonlijk vind ik het niet zo'n mooi gezicht: geen klassieke uitstraling. Het oog wil ook wat. Een windvaan boven op de mast heeft mijn voorkeur. Maar om de upwash (winddraaiingen rond de gaffel) te omzeilen heb ik een knik in de vaan gemaakt. hij steekt ca. 10cm naar voren. Veel jolzeilers hebben enorme constructies gemaakt om de vaan voor de mast te krijgen. Het kan, maar als je de mast wilt vervoeren is het wel een kwetsbaar ding. Ook kan het gemakkelijk door je dekkleed prikken. Tell-tales dan in het zeil (zie ook de 112). Veel zeilers zijn daar gek op. Aan loef moet hij naar beneden wijzen. Aan lei strak tegen het zeil. Zeilmakerij Molenaar heeft ook wel tell tales aan het achterlijk bevestigd. Kun je goed zien dat de wind in een rechte lijn het zeil verlaat en dat het zeil in de juiste stand staat t.o.v. de schijnbare wind. Iets tussen 10 en 15 graden. Een vlak zeil 15 graden, een bol zeil 10 graden m.a.w. een bol zeil verder naar binnen trekken met de schoot. En een vlak zeil iets verder naar buiten. Nog een tip: de pet. Topzeilers gaan ervanuit dat je met je hoofd de wind kunt voelen en dragen daarom geen pet. Dat verstoort alleen maar. In elk geval is het iets wat tussen de oren kan gaan zitten. Mijn voorstel: alleen maar een windvaan boven op de mast en voor de rest gewoon op gevoel zeilen. Tijdens de Jolly Midweek heb ik vernomen, dat er veel behoefte is aan jollen kennis. Daarom in het vervolg wat artikelen over techniek en tactiek. Rolf van den Baumen heeft ooit de beruchte uitspraak gedaan: "ik ga apen niet leren klimmen". Mijn credo: Hoe meer zielen hoe meer vreugd. En daar hoort het delen van kennis bij. Als iemand een leuk artikel gepubliceerd wil hebben over de jol, stel ik graag deze blog daarvoor ter beschikking.

a positive reaction from England, Martin Royle. Here his feedback

Hello Pieter,

I have just been catching up with your blog & read the article on wind vanes with interest. I am a firm believer in tell tales on each shroud & those to the forward third of the sail above the window. I use a length of cheap supermarket shopping bag cut to suit & simply tied onto the shroud above the lashings. These are so light that they are very sensitive to air movement & are also always in your line of sight for reference.
I also fitted a burgee, initially as boat 112 in your photo @ the top of the bent yard. But I found that it was not reliable due to the slope away from the vertical & its distance from its centre of rotation (the mast), also made it less reliable. So, I fitted it to the mast head & cranked it forward as you describe to avoid the movement of the yard & halyard.
Finally I have been playing with a HAWK wind vane attached to the mast below the Boom jaws. This works well to windward but less so off wind, probably as the wind path is so confused that low down?
If a burgee could be made to work as on 112, it would be easier to see than mine @ the mast head.
To windward I sail very much using the tell tales on the sail, waiting for the weather one to start lifting indicating sailing too high, then bear away a little, checking the leeward one does not lift, which indicates sailing too low on the beat.

Regards,

Martin.