1. Materiaal: wollen draadje, reep spinnaker doek of cassette bandje tape (veroorzaakt roestvlekken).
2. Aan de lijzijde moeten alle tell-tales strak naar achteren wijzen. Zo niet heb je geen optimale luchtstroming. Vooral de lijzijde is belangrijk voor de voortstuwing.
3. Aan de loefzijde moeten de tell tales naar beneden wijzen. Dat is te bereiken door te sturen of door het grootzeil aan te passen aan de windrichting.
4. De drie tell tales in het achterlijk moeten strak naar achteren wijzen
5. Een wollen draadje aan beide zijstagen is ook een prima verklikker. Naast de wimpel boven op de mast. Vooral handig voor de wind, maar ook wel aan de wind.
6. Door de twist in het zeil aan te passen, wordt de stand van de tell/tales ook beïnvloed. En dus de optimale voortstuwing.
5. Een wollen draadje aan beide zijstagen is ook een prima verklikker. Naast de wimpel boven op de mast. Vooral handig voor de wind, maar ook wel aan de wind.
6. Door de twist in het zeil aan te passen, wordt de stand van de tell/tales ook beïnvloed. En dus de optimale voortstuwing.
Er zijn drie kampen: fanatieke tell tale kijkers. En daarnaast 12voetsjol zeilers, die geen tell tales nodig hebben en alleen maar op hun gevoel afgaan. Misschien is het nog wel het beste af en toe naar je tell-tales te kijken. Tot die laatste groep mag ik ook mijzelf rekenen. Tell tales zijn geen wondermiddel.
Deze foto is direct hierna genomen. Na de ton ben ik afgevallen om snelheid te maken, maar het zeil stond nog te strak. 2 van de 3 tell tales aan lijzijde hangen slap naar beneden. En de achterste 3 tell tales ook. Geen optimale stand van het zeil dus.