Victor van Solinge vroeg mij, hoe om te gaan met de grommers op de gaffel. Positie, materiaal e.d. Er zijn twee grommers, die met de uiteinden minimaal 20 cm uit elkaar moeten zitten (zie tekening gaffel hieronder). De bovenste grommer is het belangrijkste, een afstand van 85mm tot de gaffel is daarbij verplicht. In de laatste klassenvoorschriften is toegestaan dat je een kraal aan de val mag bevestigen om beschadiging te voorkomen. Maar dat moet dan weer worden afgetrokken van de maximaal toegestane 85mm. Hoe je zoiets ooit wil meten, is mij een raadsel, maar bij het NK heb ik wel vaker onaangename verrassingen op dit gebied mogen meemaken. In de begintijd van de jol maakte niemand zich druk om deze maat van de grommer, wat ook goed is te zien op oude foto's. De grommer van staaldraad (de onderste op de bovenste foto) is het meest gangbaar. Probleem is wel dat ze op den duur beschadigen, door het contact met de mastschijf. Hans van der Kooy had een grommer van zeilband gemaakt, maar ook deze beschadigt op den duur. Dyneema is een oersterk materiaal, geschikt voor een grommer. Een shackle (de bovenste 2) kunnen handig zijn. Zeker als je de tolerantie op de gaffel wil gebruiken: 170cm plus of min 40mm. Hiermee kun je het zeil wat hoger bij zachte wind hijsen en wat lager bij harde wind. Met een shackle als grommer ben je dan snel klaar: wel 2 of 3 oogjes op de gaffel maken. Wat me nog het beste bevalt is een dyneema grommer met een gesplitst oog en een metalen kous plus bindsel tegen het beschadigen. Op de onderste foto zie je er drie. Met 2 of 3 steekjes kun je de afstand tot de gaffel zelf bepalen. die 85 mm is trouwens wel aan te raden: alle zeilen worden hierop gesneden. Tijdens een NK heeft de klassencontroleur Tom Erik van Strien (streng doch rechtvaardig) bepaalt dat deze constructie is toegestaan mits het losse eind met een bindsel is vergrendeld, zodat verstelmogelijkheden zijn uitgesloten.